Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
23 MEI 2003. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 8 september 2000 houdende een impuls en ondersteuningsprogramma van de meerwaardeneconomie.
Titre
23 MAI 2003. - Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l'arrêté du Gouvernement flamand du 8 septembre 2000 portant un programme d'impulsion et de soutien de l'économie plurielle (TRADUCTION).
Informations sur le document
Info du document
Tekst (13)
Texte (13)
Artikel 1. Artikel 7 van het besluit van de Vlaamse regering van 8 september 2000 houdende een impuls- en ondersteuningsprogramma van de meerwaardeneconomie, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 2001 en 7 december wordt vervangen door wat volgt :
  " Art. 7. De erkenning van het invoegbedrijf erkend voor de activiteiten zoals bedoeld in artikel 14, 2°, a) en b) eindigt na een periode van 10 jaar vanaf de indiensttreding van de eerste invoegwerknemer.
  De erkenning van het invoegbedrijf erkend voor de activiteiten zoals bedoeld in artikel 14, 2°, c) en d) wordt verleend voor een periode van 10 jaar vanaf de indiensttreding van de eerste invoegwerknemer en is hernieuwbaar na evaluatie. De aanvraag tot hernieuwing van de erkenning moet tenminste 3 maanden voor het verstrijken van de geldigheidsduur van de erkenning ingediend worden bij de administratie. "
Article 1er. L'article 7 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 8 septembre 2000 portant un programme d'impulsion et de soutien de l'économie plurielle, modifié par l'arrêté du Gouvernement flamand des 6 juillet et 7 décembre 2001, est remplacé par la disposition suivante :
  " Art. 7. L'agrément de l'entreprise d'insertion agréée pour les activités visées à l'article 14, 2°, a) et b), prend fin à l'issue d'une période de 10 ans prenant cours à l'entrée en service du premier travailleur d'insertion.
  L'agrément de l'entreprise d'insertion agréée pour les activités visées à l'article 14, 2°, c) et d), est accordé pour une période de 10 ans prenant cours à l'entrée en service du premier travailleur d'insertion et est renouvelable après évaluation. La demande de renouvellement de l'agrément doit être présentée à l'administration au moins 3 mois avant l'expiration de la durée de validité de l'agrément. "
Art.2. Artikel 8, § 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
  " § 2. De minister kent het aantal invoegwerknemers toe op basis van het aantal door de onderneming in de personeelsplanning voorziene werknemers.
  Voor invoegbedrijven erkend voor de activiteiten zoals bedoeld in artikel 14, 2°, a) en b) wordt dit aantal vermeerderd met 50 %. "
Art.2. L'article 8, § 2 du même arrêté est remplacé par la disposition suivante :
  " § 2. Le Ministre alloue le nombre de travailleurs d'insertion sur la base du nombre de travailleurs prévu par l'entreprise dans son planning du personnel.
  Pour les entreprises d'insertion agréées pour les activités visées à l'article 14, 2°, a) et b), ce nombre est majoré de 50 %. "
Art.3. Artikel 10, § 1 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
  " Art. 10. § 1. Invoegbedrijven die recht hebben op een loonpremie zoals bedoeld in artikel 8, § 1, eerste lid, kunnen een uitbreiding van het aantal invoegwerknemers vragen binnen een periode van zeven jaar na indiensttreding van de eerste invoegwerknemer.
  Invoegbedrijven die recht hebben op een loonpremie zoals bedoeld in artikel 8, § 1, tweede en derde lid, kunnen te allen tijde een uitbreiding van het aantal invoegwerknemers vragen. "
Art.3. L'article 10, § 1er du même arrêté est remplacé par la disposition suivante :
  " Art. 10. § 1er. Les entreprises d'insertion ayant droit à une prime salariale, telle que visée à l'article 8, § 1er, alinéa 1er, peuvent demander une extension du nombre de travailleurs d'insertion dans une période de sept ans prenant cours le jour de l'entrée en service du premier travailleur d'insertion.
  Les entreprises d'insertion ayant droit à une prime salariale, telle que visée à l'article 8, § 1er, alinéas deux et trois, peuvent demander à tout moment une extension du nombre de travailleurs d'insertion. "
Art.4. Artikel 10, § 3, 2 de lid van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt :
  " Voor invoegbedrijven die recht hebben op een loonpremie zoals bedoeld in artikel 8, § 1, tweede lid, worden de premies voor het eerste, tweede en derde jaar bepaald op respectievelijk 80 %, 60 %, 40 % en vanaf het vierde jaar op 35 % van de refertebedragen zoals bepaald in artikel 20 van dit besluit. "
Art.4. L'article 10, § 3, alinéa 2 du même arrêté, est modifié comme suit :
  " Pour les entreprises d'insertion ayant droit à une prime salariale, telle que visée à l'article 8, § 1er, alinéa deux, les primes pour les première, deuxième et troisième années sont fixées respectivement à 80 %, 60 % et 40 % et à partir de la quatrième année, à 35 % des montants de référence fixés à l'article 20 du présent arrêté. "
Art.5. Aan artikel 14, 2°, c), van hetzelfde besluit wordt een derde en vierde streepje toegevoegd dat luidt als volgt :
  " - activiteiten op het vlak van landschapszorg;
  - activiteiten in het kader van het bevorderen van de evenredige arbeidsdeelname en diversiteit in de jeugdsector en de culturele sector, zoals omschreven in de gemeenschappelijk platformtekst afgesloten tussen de Vlaamse Gemeenschap, de Vlaamse sociale partners en de allochtone gemeenschappen op 3 december 2002. "
Art.5. A l'article 14, 2°, c), du même arrêté, sont ajoutés un troisième et quatrième tiret, rédigés comme suit :
  " - d'activités sur le plan de la protection des sites;
  - d'activités dans le cadre de la promotion d'une participation proportionnelle au marché de l'emploi et diversité dans les secteurs de la jeunesse et de la culture, conformément au texte plate-forme commun conclu le 3 décembre 2002 entre la Communauté flamande, les partenaires sociaux flamands et les communautés allochtones. "
Art.6. Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
  " Art. 15. De erkenning van de invoegafdeling erkend voor de activiteiten zoals bedoeld in artikel 14, 2°, a) en b), eindigt na een periode van 10 jaar vanaf de indiensttreding van de eerste invoegwerknemer.
  De erkenning van de invoegafdeling erkend voor de activiteiten zoals bedoeld in artikel 14, 2°, c) en d), wordt verleend voor een periode van 10 jaar vanaf de indiensttreding van de eerste invoegwerknemer en is hernieuwbaar na evaluatie. De aanvraag tot hernieuwing van de erkenning moet ten minste 3 maanden voor het verstrijken van de geldigheidsduur van de erkenning ingediend worden bij de administratie. "
Art.6. L'article 15 du même arrêté, est remplacé par la disposition suivante :
  " Art. 15. L'agrément de la division d'insertion agréée pour les activités visées à l'article 14, 2°, a) et b), prend fin à l'issue d'une période de 10 ans prenant cours à l'entrée en service du premier travailleur d'insertion.
  L'agrément de la division d'insertion agréée pour les activités visées à l'article 14, 2°, c) et d), est accordé pour une période de 10 ans prenant cours à l'entrée en service du premier travailleur d'insertion et est renouvelable après évaluation. La demande de renouvellement de l'agrément doit être présentée à l'administration au moins 3 mois avant l'expiration de la durée de validité de l'agrément. "
Art.7. Artikel 16, § 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
  " § 2. De minister kent het aantal invoegwerknemers toe op basis van het aantal door de onderneming in de personeelsplanning voorziene werknemers.
  Voor invoegafdelingen erkend voor de activiteiten zoals bedoeld in artikel 14, 2°, a) en b), wordt dit aantal vermeerderd met 50 %. "
Art.7. L'article 16, § 2 du même arrêté, est remplacé par la disposition suivante :
  § 2. Le Ministre alloue le nombre de travailleurs d'insertion sur la base du nombre de travailleurs prévu par l'entreprise dans son planning du personnel.
  Pour les divisions d'insertion agréées pour les activités visées à l'article 14, 2°, a) et b), ce nombre est majoré de 50 %. "
Art.8. Artikel 17, § 2, 2e lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
  " Voor de activiteiten zoals bedoeld in artikel 14, 2°, c), worden de premies voor het eerste, tweede en derde jaar bepaald op respectievelijk 80 %, 60 %, 40 % en vanaf het vierde jaar op 35 % van de refertebedragen zoals bepaald in artikel 20 van dit besluit. "
Art.8. L'article 17, § 2, alinéa 2 du même arrêté, est remplacé par la disposition suivante :
  " Pour les activités, telles que visées à l'article 14, 2°, c), les primes pour les première, deuxième et troisième années sont fixées respectivement à 80 %, 60 % et 40 % et à partir de la quatrième année, à 35 % des montants de référence fixés à l'article 20 du présent arrêté. "
Art.9. Artikel 18, § 1, van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :
  " Art.18. § 1. Invoegafdelingen erkend voor de activiteiten zoals bedoeld in artikel 14, 2°, a) en b), kunnen een uitbreiding van het aantal invoegwerknemers vragen binnen een periode van zeven jaar na indiensttreding van de eerste invoegwerknemer.
  Invoegafdelingen erkend voor de activiteiten zoals bedoeld in artikel 14, 2°, c) en d), kunnen te allen tijde een uitbreiding van het aantal invoegwerknemers vragen. "
Art.9. L'article 18, § 1er du même arrêté, est remplacé par la disposition suivante :
  Les divisions d'insertion, agréées pour les activités visées à l'article 14, 2°, a) et b), peuvent demander une extension du nombre de travailleurs d'insertion dans une période de sept ans prenant cours le jour de l'entrée en service du premier travailleur d'insertion.
  Les divisions d'insertion, agréées pour les activités visées à l'article 14, 2°, c) et d), peuvent demander à tout moment une extension du nombre de travailleurs d'insertion. "
Art.10. Artikel 18, § 3, 2de lid van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt :
  " Voor de activiteiten zoals bedoeld in artikel 14, 2°, c), worden de premies voor het eerste, tweede en derde jaar bepaald op respectievelijk 80 %, 60 %, 40 % en vanaf het vierde jaar op 35 % van de refertebedragen zoals bepaald in artikel 20 van dit besluit. "
Art.10. L'article 18, § 3, alinéa 2 du même arrêté, est remplacé par la disposition suivante :
  " Pour les activités, telles que visées à l'article 14, 2°, c), les primes pour les première, deuxième et troisième années sont fixées respectivement à 80 %, 60 % et 40 % et à partir de la quatrième année, à 35 % des montants de référence fixés à l'article 20 du présent arrêté. "
Art.11. In hetzelfde besluit wordt een artikel 36bis ingevoegd bestaande uit §§ 1 en 2 :
  " Art. 36bis. § 1. Onverminderd de toepassing van de artikels 23, 29, 30, 33, 34, 35 en 36 van dit besluit zijn de artikelen 24 tot en met 28 en de artikelen 31 tot en met 32 niet van toepassing voor de aanvragen tot erkenning of uitbreiding van invoegbedrijven en invoegafdelingen voor activiteiten zoals bedoeld in artikels 14, 2°, c) en d).
  § 2. De aanvraag tot erkenning of uitbreiding van een invoegbedrijf of invoegafdeling invoegafdelingen voor activiteiten zoals bedoeld in artikels 14, 2°, c) en d), worden door de administratie onderzocht die ten aanzien van de minister een advies formuleert.
  De minister beslist op basis van het advies van de administratie.
Art.11. Il est inséré dans le même arrêté, un article 36bis comprenant les §§ 1er et 2 :
  " Art. 36bis. § 1er. Sans préjudice de l'application des articles 23, 29, 30, 33, 34, 35 et 36 du présent arrêté, les articles 24 à 28 inclus et les articles 31 à 32 inclus, ne s'appliquent pas aux demandes d'agrément ou d'extension d'entreprises d'insertion et de divisions d'insertion pour les activités visées à l'article 14, 2°, c) et d).
  § 2. Les demandes d'agrément ou d'extension d'une entreprise d'insertion ou d'une division d'insertion pour les activités visées à l'article 14, 2°, c) en d), sont examinées par l'administration qui rend avis au Ministre. Le Ministre statue sur la base de l'avis de l'administration.
Art.12. Artikel 65 van hetzelfde besluit wordt geschrapt en vervangen door wat volgt :
  " Een bijkomende tussenkomst in de kosten van de adviesverlening door derden is toegestaan op voorwaarde dat de aanvrager steeds 20 % van de totale advieskost met eigen middelen bekostigt en in zoverre er geen sprake van dubbele subsidiëring is. Wanneer de aanvrager een andere tegemoetkoming in de kosten van de adviesverlening krijgt moet hij de minister hiervan onmiddellijk op de hoogte stellen. "
Art.12. L'article 65 du même arrêté est supprimé et remplacé par la disposition suivante :
  " Une intervention supplémentaire dans les frais de consultance par des tiers, est autorisée à la condition que le demandeur prend toujours à sa charge 20 % des frais globaux et dans la mesure où il ne s'agit pas d'un double subventionnement. Lorsque le demandeur bénéficie d'une autre intervention dans les frais de consultance, il doit en informer sans tarder le Ministre. "
Art. 13. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2003.
  Brussel, 23 mei 2003.
  De minister-president van de Vlaamse regering,
  P. DEWAEL
  De minister vice-president van de Vlaamse regering, de Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme,
  R. LANDUYT
  De Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid, Buitenlandse Handel en Huisvesting,
  J. GABRIELS.
Art. 13. Le présent arrêté produit ses effets le 1er avril 2003.
  Bruxelles, le 23 mai 2003.
  Le Ministre-Président du Gouvernement flamand,
  P. DEWAEL
  Le Ministre Vice-Président du Gouvernement flamand, le Ministre flamand de l'Emploi et du Tourisme,
  R. LANDUYT
  Le Ministre flamand de l'Economie, de la Politique extérieure, du Commerce extérieur et du Logement,
  J. GABRIELS.