Comparaison NL / FR

| Word Word (citation)

Nederlands (NL)

Français (FR)

Titre
21 MAART 2000. - Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 maart 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen, betreffende de vorming en de bevordering van initiatieven ten behoeve van risicogroepen (Overeenkomst geregistreerd op 12 april 2000, onder het nummer 54656/CO/319).
Titre
21 MARS 2000. - Convention collective de travail du 21 mars 2000, conclue au sein de la Commission paritaire des maisons d'éducation et d'hébergement, relative à la formation et à la promotion d'initiatives en faveur des groupes à risque (Convention enregistrée le 12 avril 2000, sous le numéro 54656/CO/319).
Informations sur le document
Tekst (11)
Texte (11)
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied.
CHAPITRE I. - Champ d'application.
Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de inrichtingen en diensten welke ressorteren onder het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en die erkend en/of gesubsidieerd zijn door de gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
  Onder " werknemers ", wordt verstaan het mannelijk en vrouwelijk arbeiders- en bediendenpersoneel.
Article 1. La présente convention collective de travail s'applique aux employeurs et aux travailleurs des établissements et services ressortissant à la Commission paritaire des maisons d'éducation et d'hébergement et qui sont agréés et/ou subventionnés par la Commission communautaire commune de la Région de Bruxelles-Capitale.
  Par " travailleurs ", on entend le personnel employé et ouvrier masculin et féminin.
HOOFDSTUK II. - Beschikkingen.
CHAPITRE II. - Dispositions.
Art.2. In toepassing van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, verbinden de in artikel 1 bedoelde werkgevers zich ertoe om initiatieven te ontwikkelen betreffende vorming en initiatieven ten behoeve van risicogroepen van werknemers en/of werkzoekenden.
Art.2. En application de la loi du 26 mars 1999 relative au plan d'action belge pour l'emploi 1998 et portant des dispositions diverses, les employeurs, visés à l'article 1er, s'engagent à développer des initiatives relatives à la formation, ainsi que des initiatives en faveur des groupes à risque de travailleurs et/ou demandeurs d'emploi.
Art.3. De werkgeversbijdrage ten behoeve van de bevordering van deze initiatieven bedraagt voor de periode van 1 januari 2000 tot en met 31 december 2000 : 0,10 pct. op het loon van de werknemers uit de betrokken sector, zoals blijkt uit de aangiften aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.
Art.3. Pour la période du 1er janvier 2000 jusqu'au 31 décembre 2000 inclus, la cotisation patronale en faveur de la promotion de ces initiatives s'élève à : 0,10 p.c. sur le salaire des travailleurs du secteur concerné, comme il ressort des déclarations à l'Office national de Sécurité sociale.
Art.4. Onder risicogroepen van werknemers en/of werkzoekenden, wordt verstaan : de bepalingen van de wet van 28 december 1990 houdende sociale bepalingen en de bepalingen, zoals ze worden vastgesteld door het Beheerscomité van het sociaal Fonds voor de instellingen en diensten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest/gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.
Art.4. Par groupes à risque de travailleurs et/ou demandeurs d'emploi, on entend : les dispositions de la loi du 28 décembre 1990 portant des dispositions sociales et les dispositions telles que fixées par le Comité de gestion du Fonds social pour les établissements et services de la Région de Bruxelles-Capitale/Commission communautaire commune.
HOOFDSTUK III. - Toepassingsmodaliteiten.
CHAPITRE III. - Modalités d'application.
Art.5. Partijen komen overeen aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid de inning toe te vertrouwen van de onder artikel 3 vernoemde bijdragen en deze door voormeld sociaal Fonds te laten ontvangen, beheren en toewijzen voor de objectieven waarvoor ze bestemd zijn.
Art.5. Les parties conviennent de confier la perception des cotisations, visées à l'article 3, à l'Office national de Sécurité sociale et de les faire percevoir, gérer et allouer, pour les objectifs auxquels elles sont destinées, par le Fonds social susmentionné.
Art.6. De inning voor de periode van 1 januari 2000 tot en met 30 juni 2000 wordt vervangen door een inning van 0,20 pct. van de brutolonen betaald over het derde en het vierde kwartaal van het jaar 2000.
  Er geschiedt bijgevolg geen inning voor het eerste en het tweede kwartaal van 2000.
Art.6. La perception pour la période du 1er janvier 2000 jusqu'au 30 juin 2000 inclus est remplacée par une perception de 0,20 p.c. des salaires bruts payés pendant le troisième et le quatrième trimestre de l'année 2000.
  Par conséquent, il n'y a pas de perception pour le premier et le deuxième trimestre de 2000.
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen.
CHAPITRE IV. - Dispositions finales.
Art. 7. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2000 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2000.
  Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 maart 2001.
  (Voor het KB, zie %%2001-03-05/41%%).
  De Minister van Werkgelegenheid,
  Mevr. L. ONKELINX
Art. 7. La présente convention collective de travail entre en vigueur le 1er janvier 2000 et cesse de produire ses effets au 31 décembre 2000.
  Vu pour être annexé à l'arrêté royal du 5 mars 2001.
  (Pour l'AR, voir %%2001-03-05/41%%).
  La Ministre de l'Emploi,
  Mme L. ONKELINX