Comparaison NL / FR

Artikel M. Artikel 1 van deze wet bepaalt de minimum- en maximumgrenzen waarbinnen de gemeenteraden de weddeschalen van de gemeentesecretaris vaststellen.
  Door deze wet wordt de taakuitbreiding van de gemeentesecretaris, die voortvloeide uit de wet van 17 oktober 1990, financieel gevaloriseerd.
  Onder het gezag van het college van burgemeester en schepenen leidt en coördineert hij de gemeentelijke diensten en is hij behoudens de uitzonderingen waarin de wet voorziet, hoofd van het personeel. Redelijkerwijze volgt de weddeaanpassing voor de gemeentesecretaris dan ook op de aanpassingen die via de desbetreffende sectorale akkoorden, mogelijk werden voor de rest van het gemeentelijk personeel.
  In deze samenhang is het dan ook aangewezen dat met betrekking tot de toepassing van de wet van 30 juli 1994 dezelfde principes worden gehanteerd als deze die werden uitgewerkt in het sectoraal akkoord van 18 juni 1993, zoals onder meer de zorg voor een evenwichtig beleid binnen het geheel van de lokale besturen.
  Ik ben dan ook van oordeel dat bij het vaststellen van het verloop van de weddeschaal van de gemeentesecretaris, de gemeenteraden binnen de bij de wet bepaalde grenzen dezelfde regeling dienen te volgen die eveneens geldt voor de rest van het gemeentepersoneel.
  In concreto betekent zulks dat, zoals voor alle graden van niveau A, een loopbaan van drieëntwintig jaar wordt aanbevolen met een gelijkmatige verdeling van de tweejaarlijkse verhogingen.
  De gemeentesecretarissen die momenteel een kortere loopbaan genieten, kunnen de huidige weddeschaal behouden tot dat de nieuwe weddeschaal voordeliger wordt.
  Deze aanbeveling is des te meer verantwoord vanuit de bekommernis om de vermelde uniformiteit inzake loopbaan aan te houden voor alle personeelsleden van niveau A ten einde zeker geen discrepantie te laten ontstaan tussen de graden van het gemeentelijk topmanagement i.c. de gemeentesecretaris, de gemeenteontvanger, de politiecommissaris en eventueel de korpschef van de brandweer. Voor deze laatste ambtenaren zullen de minimum- en maximumgrenzen van de weddeschaal eerlang door de Koning worden vastgesteld.
  In deze gedachtengang is het overigens aangewezen dat de gemeenteraadsbesluiten over de weddeschalen van deze ambtenaren worden genomen samen met de algemene weddeschaalherziening voor de overige personeelsleden. Voor de graden van secretaris en ontvanger spreekt het vanzelf dat de ingangsdatum niet vóór 1 september 1994 kan liggen (inwerkingtreding wet van 30 juli 1994).
  Bij de berekening van de globale kostprijs en de financiële haalbaarheid van de aanpassing van de weddeschalen van de gemeentesecretaris moet rekening gehouden worden met de impact ervan op de wedden van de gemeenteontvanger, de wedde van de secretaris en ontvanger van het O.C.M.W. en met de gevolgen van de perekwatie van de gemeentelijke pensioenen, omdat zoals reeds aangehaald de wetgever slechts minimum- en maximumgrenzen heeft vastgesteld.
  Ten slotte vestig ik de aandacht erop dat de besluiten van de gemeenteraad over de weddeschaal van de gemeentesecretarissen vooraf bij toepassing van het syndicaal statuut dienen onderhandeld te worden in het bijzonder onderhandelingscomité.
  Ik verzoek u, mijnheer de Gouverneur, de besturen van deze omzendbrief in kennis te stellen en te zorgen voor een spoedige publikatie ervan in het provincieblad.
  Volledigheidshalve zend ik alle besturen rechtstreeks een afschrift van onderhavige onderrichtingen toe ten einde hen in de gelegenheid te stellen er reeds rekening mee te houden.
  De Vlaamse minister van Openbare Werken, Ruimtelijke Ordening en Binnenlandse Aangelegenheden,
  T. KELCHTERMANS